We starten met wandelen richting de Volmolen. Onderweg zien we al de eerste Schotse Hooglanders die hier als levende maaimachines ingehuurd zijn om de weilanden te verschralen.
Natuurmonumenten bezit in het Geuldal verschillende monumentale gebouwen, waaronder de Volmolen bij Epen. Deze Volmolen is lange tijd in gebruik geweest voor het ‘vollen’ van geweven stoffen tot viltig en sterk laken. De stof werd daarvoor gedrenkt in een mengsel met ranzige boter of gerotte urine en bewerkt met stampers die door het waterrad werden aangedreven. In 1872 is de Volmolen omgebouwd tot graanmolen. De molen is momenteel nog steeds in gebruik als graanmolen.
We bekijken we de stenen waaruit het gebouw is opgetrokken. De Volmolen is gebouwd van stenen die in de omgeving gewonnen zijn.
We gaan verder door het Geuldal richting de Belgische grens. De populieren langs de Geul zitten vol Maretakken. Aan de overzijde ligt het Zinkviooltjes reservaat. De laatste populatie Zinkviooltjes in Nederland is hier te vinden. Aan onze zijde van de Geul is in het weiland een vierkant afgegraven, klaarblijkelijk met de intentie om de Zinkviooltjes naar de overkant te lokken. Op dit moment staat er zoveel water in de gegraven kuil dat een Moerasviooltje nog eerder te verwachten is!
We passeren de Heimansgroeve: de enige plek in Nederland waar het Carboon dagzoomt. Op de randen van de groeve staan bijzondere plantensoorten: in het bloeiseizoen nog maar eeens terugkomen.
Voordat we uit het Geuldal klimmen kijken we even rond bij de Sleedoornhagen. Hier zijn in het verleden eitjes van de Sleedoornpage gevonden. Op de helling kijken enkelen van ons rond in een weiland dat bekend is om zijn Wasplaten.
Bij Cottessen steken we de weilanden in. We zien een kalkmoerasje met veel restanten van de Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia). We vervolgen onze tocht door de Bellet boomgaard. Onderweg zien we verschillende vakwerk huizen en boerderijen in uiteenlopende staat van onderhoud.
We spelen het klaar om van Gene zijde terug te keren naar Terpoorten alwaar we in de Wingbergmolen met een warme kop chocolade (voor de meesten tenminste) nog wat napraten.